Stormen en wateroverlast in Duiven

02-01-2015 21:09
Stormen en wateroverlast in gemeente  Duiven.
AD 1799 nr. 29 oprecht vrijdagse Bataafsche Courant
 

Het vijfde jaar der Bataafse Vrijheid.

In onze Bat Courant van 22 februari l.l. plaatsen wij een bij ons ontvangen missive van het Loo in het Cleefsche nabij Arnhem gelegen, en waar wij onze lezers een nare toestand onder het oog bracht van alle de in die omtrek zich bevindende landlieden.
Thans hebben wij weer van daar ontvangen de volgende missive, gedagtekend Loo, den 1 maart 1799.

Na het afzenden van mijn laatste in dato 16 februari, is het water God zij dank van dag tot dag merkelijk gezakt, zodat wij sedert zondag onze benedenkamers reeds wederom kunnen bewonen.
In de nacht tussen de 21 en 22 februari had men hier even als op meer andere plaatsen een allerzwaarste en geweldige wind , vergezeld van vreselijke donder en bliksem, welk een en ander de reeds door de koude afgematte en zuchtende mens, als het ware zijn einde scheen aan te kondigen.
De wind nam deze nacht, het kruis en de haan van onze kerktoren weg, en voerden dezelve met groot geraas ten minste honderd passen van de kerk af van de gemene huisjes welke door het ijs en het water nog tot heden waren verschoond gebleven, werd mede door deze geweldige wind, ten enenmale overgedrukt, en alles dus vernield, zodat zulks de volgende dag een akelig schouwspel opleverde.

De tweede ijsgang in de Rijn , die in de nacht van den 22 februari voorviel, liep gelukkig af. Als het ijs die nacht verdween zonder dat wij het wisten waar het gebleven is, waar wij God niet te veel kon bedanken, want een vrees voor een tweede overstroming waar bij al ons landvolk zo groot, dat hetzelve, uit gebrek van stro en hout, op de dode beesten  en zelfs op het ijs steigerden: het water stond toen aan de Paal op 19 voet .
Onnoembaar zijn alle de ongelukken, en ongelovig schijnt het, hoedanig zich de mensen met hun vee nog zo veel mogelijk gered hebben.
Te Groessen, zaten de kinderen van een huishouden , (terwijl de ouders met het van de beesten bezig waren, en daarna door het menigvuldige ijs, niet weer bij hun kon komen) vijf dagen lang op een zolder zonder vuur of licht, en ook zonder enig warm voedsel te kunnen bekomen; voor hun drank hadden zij op het laatst niet anders dan stukjes ijs gebruikt.
Een zoon van Dirk Barten beklom toen het gevaar kwam, met 8 paarden een bonenmijt, en bevrijde daardoor zich en 7 van deze paarden van een gewisse dood, het achtste paard viel van de mijt af en hij heeft hetzelve daarna niet eens meer gezien; drie dagen voedde hij zich benevens de paarden met paardebonen. tot hij eindelijk met de beesten verlost werd.
Zeer veel beesten sterven tegenwoordig nog uit hoofde van de uitgestane koude en ongemakken, overal waar  men ook komt vind men dode beesten liggen, vooral te Groessen

Van alle zijde,  hoort men niets dan van ongelukken, doch daar ik op de echtheid niet wel staat kan maken, zal u er geen van melden.
Ten uitersten prijswaardig was het gedrag van de Kanunnik Heer De Nerée, welke zich aan de grootste gevaren blootstelde, in de behoefte van de noodlijdende te Groessen, Oud-Zevenaar en omstreken op een edele menslievende wijze zo veel hem mogelijk had voorzag.  De bewoners alhier en te Duiven hebben het sedert den 17 februari uit de stad Arnhem een ondersteuning van twee en half pond brood daags. benevens enig zout en olie en  ook min of meer kaas ontvangen, voor welke menslievendheid wij gewis ons leven lang dankbaar zullen zijn.
In een brief van Duiven, mede bij ons van daar ontvangen, werd nog gemeld, dat het
water aldaar mede alles onder water gezet heeft, dat men de banken uit de kerk had weggebroken en de plaatsen in de kerk allen tot berging van de beesten had gebruikt: 
het vee van zekere Noldes en Dirk Hui beiden aldaar woonachtig, was alles verdronken, men rekende het getal van de omgekomen beesten in die plaats op te samen negentig stuks.
Thans begint het er gunstiger voor opgemelde dorpen en landbewoners uit te  zien, het ijs vermindert en het water valt aanmerkelijk weg.